Examenreglement

Het examen wordt afgenomen door de examencommissie. De examencommissie bestaat uit zes personen. De examinatoren hebben goede kennis en ervaring van zowel de praktijk als de theorie van de Coach4All. Waar de opleiding zal de examinatoren tijdens de stage / groeidagen observeren. De beoordeling van de stage wordt besproken met de docenten. De hoofddocenten van de opleiding hebben geen bevoegdheid tot examineren.

Examencommissie:
De docenten bespreken met de examencommissie de toetsen en de examens. Minimaal 1 x per opleidingsjaar hebben de commissie en de docenten opgenomen een vergadering. De opleiding geeft tijdens deze vergadering de cijferlijsten van de studenten ter inzage aan de examencommissie.

De opleiding staat open voor feedback en advies van de examencommissie. De examencommissie en de opleiding zijn tijdens een vergadering met een oneven aantal personen. Bij geen unaniem besluit geldt: meeste stemmen gelden.

Exameneisen:

Certificaten en diplomering:
Aan de opleiding is een centraal examen verbonden.
Studenten kunnen zich voor het examen inschrijven als module met goede gevolg is afgelegd. Na het behalen van de module ontvangt de student een door de directeur ondertekend certificaat. Na module 2 en Module 3 vindt er geen certificering plaats maar een examenadvies.

Het examen wordt afgenomen door de examencommissie. De hoofddocenten en de directie van de opleiding hebben geen bevoegdheid tot examineren. De examinatoren hebben goede kennis en ervaring van zowel de praktijk als de theorie van de Coach4All. Waar de opleiding zal de examinatoren tijdens de groei-stagedagen observeren. De beoordeling van de stage wordt met de docenten besproken. Enkele weken na het examen vindt er een diploma uitreiking plaats.

Uitgesteld examen:
De examencommissie kan een kandidaat, die in bijzondere omstandigheden verkeert, maximaal zes maanden uitstel verlenen van één of meer examenonderdelen. Wanneer uitstel is verleend heeft de kandidaat geen recht meer op een herexamen voor de uitgestelde examenonderdelen.

Artikel 1 – De examencommissie
De examencommissie bestaat uit acht personen: een voorzitter, een secretaris en zes leden waaronder de directie. De voorzitter, de secretaris en de leden van de examencommissie zijn door de directie erkend.

Artikel 2 – Examen en examenonderdelen
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het examen en de examenonderdelen ligt bij de examencommissie. De examencommissie bestaat uit acht personen: een voorzitter, een secretaris en zes leden waaronder de directie. De voorzitter, de secretaris en de leden van de examencommissie zijn door de directie erkend. De examencommissie is belast met het oordeel van de examenopgaven en de beoordelingsnormen is gecontroleerd met het oordeel van de uitslag. De examencommissie draagt ​​zorg voor het afnemen van, de organisatie van en de goede gang van zaken tijdens de examenonderdelen. De examencommissie kan zich voordoen bijstaan ​​door examinatoren en ervaren door examenleiders en surveillanten. De examencommissie delegeert de organisatie en het afnemen van de examenonderdelen aan het Examenbureau.

Artikel 3 – Het examen
Een examen bestaat uit een theorie- en praktijkexamen. Theorie examen kent open vragen, inzicht vragen en meerkeuze vragen. Het praktijkexamen bestaat uit een volledige coachsessie; een intake en een interventie. De examencommissie kan een kandidaat vrijstellen van het afleggen van een examenonderdeel op de grond van het bezit van certificaten, certificaten, diploma’s. De examencommissie kan de geldigheidsduur van verstrekte vrijstellingen limiteren. Direct na de interventie vindt er onderling overleg van de examencommissie plaats. Bij twijfel over het praktijkgedeelte wordt, nadat de examencommissie onderling heeft overlegd, de directie erbij betrokken om de ervaringen te delen. Indien nodig kunnen de docenten voor nadere informatie, erbij betrokken worden. Examencommissie brengt hun stem uit. Bij geen unaniem besluit geldt: meeste stemmen gelden. De directie zal zich hierin schikken. Het praktijkexamen moet met een voldoende worden behaald.
De minimaal te behalen cijfers voor alle theorie onderdelen is 56%. Het minimum cijfer voor de open vragen is een 4,6. Het eindcijfer is het gemiddelde tussen de theorie- meerkeuzevragen en de open vragen, waarbij de open vragen dubbel telt. De kandidaat kan deelnemen aan het praktijkexamen als het theorie examen met een voldoende is afgesloten.

Artikel 4 – De regeling van de examens
Aan de af te nemen examenonderdelen, met uitzondering van de praktijkopdrachten, kan slechts deelgenomen worden door de student die zich als kandidaat heeft aangemeld en het examengeld heeft betaald binnen de reguliere door het Examenbureau gestelde termijn.

Artikel 5
Bij de eerste aanmelding voor een examenonderdeel dient de kandidaat de navolgende bescheiden over te leggen dan wel te hebben overgelegd: De certificaten van module 1 en diploma Beoefenaar waarbij hij/zij het recht op het afleggen van het examen ontleent. De stukken vastgesteld de kandidaat aanspraak ontleent op één of meer vrijstellingen. De stukken waarvan de examencommissie overlegging verlangt. De kandidaat kan met betrekking tot de stukken, bedoeld in lid 1 van dit artikel, volstaan ​​met toezending van een fotokopie, maar dient desgevraagd op het eerste verzoek van de examencommissie het origineel te tonen.

Artikel 6
Elk examenonderdeel wordt ten minste eenmaal per opleidingsjaar afgenomen. Praktijkopdrachten zoals casussen, persoonlijke verslagen en zelfreflectie opdrachten zijn een belangrijk examenonderdeel en worden per module getoetst. Het bestuur van de examencommissie bepaalt dat de plaats waar de examenonderdelen worden afgenomen, waarop de wijze waarop en de registratie van het examengeld voor een examenonderdeel, met uitzondering van een praktijkopdracht, dient te geschieden.

Artikel 7
De opgaven worden met de vereiste zorg voor geheimhouding ontwikkeld en na vermenigvuldiging in verzegelde enveloppen bewaard. Op de enveloppen wordt aangegeven dat het examenonderdeel waarop de inhoud betrekking heeft, de datum en het tijdstip waarop de opgaven aan de kandidaten moeten worden verstrekt en de tijd die voor het werk beschikbaar is, waarvoor de middelen zijn toegestaan ​​of toegestaan ​​zijn . De enveloppen met de opgaven worden tijdig ter beschikking gesteld aan de examenleider. De examenleider draagt ​​zorg voor deze enveloppen met de vereiste geheimhouding in ongeoefende toestand worden behouden tot minimaal 5 minuten voor de aanvang van het examenonderdeel. Het examen wordt geopend door de voorzitter. Het observeren van de kandidaten voor zowel het theorie- als ook praktijkexamen,

Artikel 8
De kandidaat legitimeert zich op elke examenzitting, door het tonen van een geldig legitimatiebewijs.

Artikel 9
De envelop met examenopgaven wordt in tegenwoordigheid van de kandidaten geopend. De examenopgaven worden op de daarvoor bepaalde tijd aan de kandidaat uitgereikt door de voorzitter van de examenleider. De kandidaat dient de examenopgaven, inclusief eventuele bijlagen, na afloop van het examenonderdeel weer in te leveren, indien dit op de opgaven wordt vermeld dan door de surveillant wordt meegedeeld. Tijdens en/of na de praktijkexamen heeft de examinator het recht om door middel van een time-out vragen stellen aan de kandidaat ter onderbouwing van de interventies en de toegepaste coachvaardigheden. De kandidaat is verplicht om hieraan gehoor te geven.

Artikel 10
De kandidaat wordt gehouden door of namens de examencommissie gegeven aanwijzingen op te volgen.

Artikel 11
De examenonderdelen dienen uitsluitend te worden uitgewerkt op het door de examencommissie beschikbaar gestelde uitwerkpapier of andere middelen. Het gebruik van andere dan door de examencommissie overgenomen of toegestane hulpmiddelen is verboden.

Artikel 12
Per locatie is een examenleider aanwezig tijdens de examens. De examenleider wordt bijgestaan ​​door een of meer surveillanten. De kandidaten maken het examenwerk onder dat toezicht, dat in het examenlokaal tenminste twee surveillanten per 16 kandidaten aanwezig zijn.

Artikel 13
Als de student alle examenonderdelen van de kwalificatie met goed gevolg heeft afgelegd en de beroepspraktijkvorming met voldoende resultaat heeft afgesloten, komt hij in aanmerking voor het examen. Is het resultaat van het onderzoek voldoende, dan ontvangt de student het diploma, is een beoordelingslijst waarop het behaalde resultaat per examenonderdeel / onderwijseenheid wordt vermeld. Is het resultaat van het onderzoek onvoldoende, dan wordt de student in de gelegenheid gesteld om een ​​keer per opleidingsjaar een herexamen te doen. Dit herexamen vindt binnen twee weken en maximaal 6 maanden na het examen plaats.

Artikel 14 – Aanmelding voor de examens
De kandidaat die zich voor een examenonderdeel aanmeldt, ontvangt ten minste twee weken voor de aanvang van het examenonderdeel een oproep. Hierin zijn vermeld: de datum waarop en plaats waar het examenonderdeel zal worden genomen; de uren van aanvang en einde van het examenonderdeel; de naam van de kandidaat dat op alle werkstukken dient te worden vermeld; een opgave van de eventueel mee te brengen hulpmiddelen.

Artikel 15 – Beoordeling van de examenuitwerkingen
De examinatoren maken bij de beoordeling van zowel het schriftelijk examenwerk als de praktijk examen gebruik van de door de examencommissie beoordelingsnormen. Beoordeling van de uitwerkingen van meerkeuzevragen vindt met gebruikmaking van de door de examencommissie vastgestelde normering langs geautomatiseerde weg plaats.

Artikel 16
Het eindcijfer wordt berekend aan de hand van de door de examencommissie weergegeven weegfactor. De weegfactor is 55% voor de theorie en voldoende voor de praktijk. Voor de meerkeuzevragen moet minimaal een 6 behaald worden, voor de open vragen minimaal een 4,5. De open vragen tellen dubbel en de meerkeuzevragen tellen enkel. Bij afronding tot een cijfer geldt de volgende regel: bij meer dan 0,5 punten wordt naar boven afgerond, bij minder dan 0,5 punten wordt naar beneden afgerond. De weegfactor voor de theorie examen is tussen de 45% en de 54%.
De beoordeling van het theorieonderzoek wordt weergegeven in een cijfer op een schaal van 1 tot en met 10. De beoordeling van het praktijkonderzoek wordt weergegeven door middel van de aanduiding voldoende/onvoldoende. Indien de kandidaat gezakt is voor een van de twee praktijkonderdelen, geldt dat het onderdeel waarvoor de kandidaat kandidaat is geslaagd, een geldigheidsduur heeft van maximaal zes weken.

Artikel 17 – Uitslagbepaling en –mededeling
De uitslag van een examenonderdeel wordt vastgesteld door de examencommissie. De commissie is in getal van een oneven aantal leden aanwezig. Bij geschil van de uitslag telt de meeste stemmen geldt.

Artikel 18
De uitslag van een examenonderdeel wordt zo spoedig mogelijk, maar lijkt binnen drie dagen na het afleggen van het examenonderdeel, aan de kandidaat schriftelijk of telefonisch meegedeeld. De kandidaat krijgt van de examinator feedback op het praktijkexamen. Deze feedback zal op een discrete en respectvolle wijze gegeven worden.

Artikel 19 – Uitreiking Certificaten en Diploma’s
De kandidaat ontvangt voor een met voldoende resultaat afgelegd examenonderdeel een bewijsstuk. Voor het examenonderdeel dat een deelkwalificatie omvat, reikt de examencommissie een certificaat uit. Het bewijsstuk / certificaat vermeldt het door de kandidaat behaalde resultaat. Het certificaat wordt door de secretaris van de examencommissie en de directie getekend.

Artikel 20
De kandidaat die over alle certificaten vereist en dan wel vrijstelling verlenende bewezen aanbiedingen, kan zich voor het examen aanmelden. Voor de beoordeling van het examen dient de kandidaat het volgende bewijs over te leggen: de originele certificaten zoals die eerder namens de examencommissie werden aangenomen, die van de vrijstelling, de verklaring werd geaccepteerd dat de beroepspraktijkvorming met voldoende resultaat is volbracht. Certificaten en bewijsstukken waarop wijzigingen zijn aangebracht, zijn ongeldig. Indien de kandidaat aan de normen bedoeld in lid 2 van dit artikel heeft voldaan, wordt het diploma uitgereikt, zoals bedoeld in artikel 21.

Artikel 21
Op het diploma zoals bedoeld in artikel 20, lid 1, en de beoordelingslijst zoals bedoeld in artikel 13, lid 2, wordt de datum vermeld waarop door het examenbureau wordt vermeld dat de kandidaat aan de normen bedoeld in artikel 20 heeft voldaan. Diploma’s en beoordelingslijsten worden door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie ondertekend; het diploma tevens door de kandidaat.

Artikel 22 – Beroepsmogelijkheid
Elke kandidaat kan bij de Commissie van Beroep voor de examens beroep aantekenen tegen beslissingen van de examencommissie en / of examinatoren. Het beroep dient schriftelijk te worden ingediend binnen 3 dagen na toezending van de beslissing. De Commissie van beroep voor de examens bestaat uit een even aantal gewone leden en evenveel plaatsvervangend leden, een voorzitter, tevens lid, en een plaatsvervangend voorzitter. De uitslag van dit Beroep is rechtsgeldig en bindend. Over de uitslag kan de kandidaat geen beroep aantekenen.

Artikel 23 – Archivering
Het schriftelijk examenwerk, een volledige set examenopgaven en de beoordelingsnormen worden gedurende zes maanden na afloop van het examenonderdeel bewaard in het archief van de instelling. Van elke kandidaat blijft het bij het examenonderdeel behaalde cijfer en de uitslag gedurende een termijn van 7 jaar bewaard in het archief van de instelling. In geval van een beroepsprocedure dient het schriftelijke examenwerk bewaard te blijven tot ten minste het einde van de beroepsprocedure, dat wil zeggen tot er sprake is van een voor alle partijen bindende uitspraak.

Artikel 24 – Bijzondere gevallen
Een kandidaat die op geen enkele examenzitting van een examenonderdeel wordt genomen, wordt beschouwd als niet aan het examenonderdeel te hebben deelgenomen en ontvangt geen uitslag. Een kandidaat die slechts één examenzitting van de twee examenzittingen heeft afgelegd, ontvangt wel een uitslag.

Artikel 25
De examencommissie kan een kandidaat, die in bijzondere omstandigheden verkeert, toestemming verlenen om één of meer examenonderdelen af te leggen op een andere locatie dan de algemeen vastgestelde. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat een kandidaat een examenonderdeel geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. De examencommissie kan een kandidaat met een handicap toestemming verlenen om één of meer examenonderdelen af te leggen op een andere plaats dan de algemeen vastgestelde. De examencommissie kan toestaan dat een kandidaat met een handicap een examenonderdeel geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat.

Artikel 26 – Onregelmatigheden
Indien een kandidaat zich ten aanzien van de examinering aan enige onregelmatigheid schuldig maakt, kan hem de (verdere) deelname aan het examenonderdeel worden ontzegd. Wanneer het bedrog of enige andere onregelmatigheid eerst na afloop van het examenonderdeel wordt geconstateerd, kan de kandidaat het diploma en de beoordelingslijst of het certificaat worden onthouden of het reeds uitgereikte exemplaar worden teruggevorderd. Indien wordt besloten tot uitsluiting van de kandidaat, dan wel onthouding of terugvordering van het certificaat of diploma en beoordelingslijst, doet de voorzitter van de examencommissie, de kandidaat gehoord en onder opgave van gronden, daarvan schriftelijk mededeling aan de kandidaat en wijst hem op de beroepsmogelijkheid.

Artikel 27 – Slotartikelen
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en waarom een ​​onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de voorzitter van de examencommissie.

Benieuwd naar de mogelijkheden?

Neem contact met mij op!

Bel 0543 – 476474
Stuur mij een e-mail